Quin

Historie

In Ierland kunnen Wheatens tot meer dan tweehonderd jaar teruggevolgd worden, ofschoon ze toen niet als Softcoated Wheaten Terriers bekend waren. Er werd toen gesproken over tarwekleurige Ierse Terriers.

Zoals alle terriers zijn de Wheatens aardhonden. In 1932 trok een Wheaten veldwedstrijd voor Terriers zoveel aandacht door zijn prestatie dat enkele toeschouwers besloten om het ras te gaan fokken en het op de officiële lijst van rassen erkend door de Ierse Kennelclub te plaatsen. Er werd een club opgericht en een standaard opgesteld.

Het ras heette toen Ierse Tarwekleurige Terrier. Vanwege de tegenstand van de liefhebbers van de andere Terrierrassen – die maakten bezwaar tegen de naam – duurde het verscheidene jaren om het ras erkend te krijgen. Tenslotte werd men het erover eens dat het ras Softcoated Wheaten Terrier zou gaan heten. In augustus 1937 werd het ras erkend en op de officiële lijst van nationale Ierse rassen geplaatst en de FCI werd hiervan op de hoogte gesteld. Op 17 maart 1938 waren de Wheatens op de Kampioenschapstentoonstelling van de Ierse Kennelclub als apart ras ingedeeld.

Geschiedenis en huidige situatie in Nederland

In 1958 werd een drachtige teef, Holmenocks Hanaka, naar de fam. Bronkhorst-Hoffman in Den Haag gestuurd. Later volgde een reu, Holmenocks Granada. Er werden in totaal drie nesten gefokt, maar helaas is hier verder niets meer mee gedaan.

In 1970 importeerden de heer en mevr. Beute Moben Rover , gefokt door de heer M. Mullins, die werd gevolgd door Holmenocks Hallila en Marretheys Kemsley. Tezamen vormden ze de fokbasis van hun kennel “Mo Lurgan”. In 1976 konden de Beute-Fabers eindelijk genoeg mensen bij elkaar krijgen, nodig om een rasvereniging op te richten. De club groeide geleidelijk van slechts 50 leden in 1976 tot ongeveer 850 in 2002.

Nederland is altijd al een bolwerk geweest. De laatste jaren zijn enkele fokkers van de oorspronkelijke, officiële standaard geweken; ze fokken honden met een afwijkende verschijningsvorm. Er is gelukkig nog steeds een groep toegewijde fokkers die hun best doen om het ras te behouden zoals het behoort te zijn. Het is echter wel belangrijk dat nieuwe eigenaren en keurmeesters zich bewust zijn van het feit dat alle Ierse rassen één karakteristiek gemeen hebben. Het zijn allemaal laat rijpe rassen en daar valt niet aan te tornen, want het beïnvloeden van de natuur kan rampzalige gevolgen hebben.

Meer weten? Zie dan het volgende standaardwerk: